Overweging van ds. Hermen Kroesbergen uit de Wegwijs van mei/juni 2021
‘Soms groet een licht van vreugde de christen als hij zingt,’ zo klinkt het in Lied 910. Gelukkig wordt er nu weer gezongen in de kerk, al is het dan alleen nog door voorzangers. Zingt u zelf eigenlijk nog wel eens? Als u dat nog niet doet, kunt u misschien eens proberen thuis mee te zingen met de online viering. Leg het liedboek maar alvast klaar!
Ik las eens ergens: ‘Laat het iemand maar niets kunnen schelen hoe de wereld ontstaan is, het maakt niks uit of het iemand koud laat of er meer is tussen hemel en aarde, het maakt niks uit of iemand nooit een boek inkijkt, het maakt niks uit of iemand totaal niet geïnteresseerd is in wat er na de dood gebeurt, maar als hij zich niet kan voorstellen dat het fijn is om te zingen, dan zou ik hem niet kunnen uitleggen wat geloven is.’
Zingen en geloven horen bij elkaar. Zingen en geloven lijken op elkaar.
Denk er maar aan dat we van alles uit liederen kunnen halen. Een lied betekent voor de één iets heel anders dan voor de ander, maar dat betekent niet per se dat de één gelijk heeft en de ander niet. Het is wat het is, en samen zing je dat ene lied.
Zo is het ook met geloven: de woorden zijn er, maar het krijgt pas betekenis in jouw leven. Soms zingen we woorden waar we zelf niks mee kunnen, woorden die we zelf nooit zouden zeggen, soms zingen we woorden die ons raken in ons hart, tot in ons diepste binnenste – wat iemand anders er ook mee bedoeld heeft, woorden die speciaal voor u, jou of mij zijn… Want soms is het zo dat het zingen van een lied tot je verrassing een licht voor je laat schijnen.
‘Soms groet een licht van vreugde de christen als hij zingt: de Heer is ’t die met vleugels van liefde hem omringt. Loopt alles ons ook tegen, Hij zal ons ’t goede doen, Hij geeft na donk’re regen een mild en klaar seizoen’ (Lied 910).
Hermen Kroesbergen