Soms vertellen mensen mij dat de heilige Geest voor hen is als een hand op de schouder, als een kracht die je een zetje in de goede richting geeft op je levenspad. In het lied dat we vanaf Pinksteren gaan
zingen, gaat de Geest onstuimiger te werk: het is een ‘geweldige, gedreven wind’ die ‘rukt aan muren, dak en bint.’ Soms hebben we meer nodig dan een zetje in de goede richting en is het nodig dat er een frisse wind waait door ons leven.
Woorden als ‘gedreven’ en ‘bint’ doen wat ouderwets aan. De dichter liet zich inspireren door de Statenvertaling. Het lied komt uit de tijd dat ook de rooms-katholieke kerk overging naar liederen in de volkstaal en de dichter wilde voorkomen dat de liederen daardoor vlak en alledaags zouden worden. Hij koos met opzet voor woorden met geschiedenis en diepgang. In de kerk waarin we steeds opnieuw lezen uit de Bijbel weten we dat ook oude woorden kunnen zorgen voor een frisse wind!
Overdenking van onze predikant Ds. Hermen Kroesbergen