In de tijd dat Kees met zijn gezin bij ons geweest is, groeide hij met christelijk gereformeerde nestgeur tot een mild, open PKN predikant. De nieuwe liturgie bleef hem enigszins vreemd, maar de lezingen, gebeden en preek kregen zijn aandacht en zorg. Als hij preekte (altijd uit het hoofd, en kort!) strooide hij zijn kennis over ons uit. Van gemeentelid tot ouderling tot vicaris en tot part time predikant in Heumen, of met Gennep meegerekend zelfs fulltime. Voor wij ons gezamenlijk overleg als predikanten ’s ochtends vroeg hadden bij Kees thuis, werd eerst de keukentafel opgeruimd; en dan werden daar de biblia hebraica (Hebreeuwse bijbel), de septuagint (de Griekse vertaling ervan) en soms ook het novum testamentum neergelegd. Hij “ademde” en “at” die teksten.
Ik vond hem een soort van oervader, samen met zijn Christine als oermoeder. De een bracht als moeder en gynaecologe kinderen ter wereld en de ander voedde ze op. Bij wijze van spreken dan. Vele zondagen waren ze in de kerkdienst aanwezig, gedisciplineerd als een stel orgelpijpjes naast en achter elkaar. Soms met de blauwe familiebus, soms op de fiets.
Verbi Divini Minister – dienaar van het goddelijk woord. Hij was het in alle opzichten en hij heeft ons daarmee gediend en verrijkt, omdat hij altijd een pastorale slag maakte. Herder èn leraar. Zo vulde hij de kerkruimte met God; een forse torso hielp daarbij en zijn baardje gaf hem net dat erudiete beetje extra. Een opgeruimd mens, die leefde uit de Opstanding. Een aartsvader, ik zou bijna zeggen, kerkvader, die gemist wordt, want hij heeft veel gegeven.
Ik herinner me een bijna jaloersmakende column in Wegwijs waarin Kees op een eenvoudige wijze gedachten uitlegde van Karl Barth, die daar zelf een werk met de omvang van Lou de Jong over WO II voor nodig had. En dan nog lukte het Barth niet om de liefde van God, loodrecht van Boven uit te leggen. Die Liebe Gottes; daar ging het over. Kees , Gode bevolen.
Berend Veldhorst