Overweging Ds. Hermen Kroesbergen
Kerst is algemeen bekend, maar Advent, de tijd voor Kerst, past vaak veel meer bij ons leven: een tijd van uitkijken. De donkere dagen voor Kerst waarin we op zoek zijn naar het licht in de nacht dat het duister verdrijft.
Ik weet niet of dat bij u ook zo is, maar iets hebben om naar uit te kijken, is één van de dingen die ik mis in deze corona-tijd. Tijdens de eerste golf maakten we nog plannen voor ‘na corona’, maar nu zoveel van die plannen toch ook al niet door konden gaan, durf je soms haast niet meer ergens op te hopen.
Advent is de tijd van vooruitkijken, toch hoop houden dat het donker niet het einde is. Leven in het vertrouwen dat het licht weer gaat schijnen en de nacht niet blijft duren.
Maar hoe doe je dat, dat hopen? Hoe kun je blijven verwachten? Is het niet een vorm van jezelf voor de gek houden? Op radio en TV in Zambia hoor je rond elke jaarwisseling dominees verkondigen: ‘Dit wordt het jaar van je doorbraak! Nu krijg je een baan, huis, auto, man, wat je maar wilt!’ Hoop tegen alle klippen op.
Op die manier kan ik dat zelf niet. Voor mij zou dat jezelf bedriegen zijn, maar toch wil ik de hoop ook niet opgeven. Ik ben op zoek naar een hoop die niet afhangt van allerlei fantastische dingen die mij zouden kunnen overkomen. Een hoop, iets om aan vast te houden, ook als niet alles ineens goed wordt. De hoop van het kind in de kribbe.
Met het kind is niet alles opgelost. Er wordt gezongen door engelen en geschenken worden gebracht, maar de armoe van de kribbe in de stal blijft. Voordat het kind twee jaar oud is, moet hij zelfs al vluchten naar het buitenland.
Maar doordat het kind er is, is er toch iets veranderd. Er is iets nieuws begonnen, licht in de duisternis. We weten nu dat het duister niet alles is. Hoe donker het ook is, er is méér dan het duister om ons heen, er is iets om naar uit te kijken.
Hermen Kroesbergen